Het is duidelijk dat de Corona-crisis enorm veel impact heeft op de internationale voortbrengingsketens. Sommigen denken dat dit weliswaar een economische crisis inluid maar dat we toch op den duur terug naar normaal gaan. Anderen zien Corona als een aanleiding voor essentiële veranderingen. Een van de vraagstukken die voorligt is of internationale supply chains niet veel te complex en daardoor veel te gevoelig voor verstoringen zijn geworden. Gaat Corona een tijdperk van local-for-local inluiden? Een analyse. 

Zwartkijker

De Nederlandse logistiek is van wereldklasse. Logisch ook, want om onze strategische ligging tot ‘gateway to Europe’ tot een succes te maken heb je veel kennis & kunde en uitstekende relaties (kennis & kennissen) nodig. Je hoeft niet echt een zwartkijker te zijn om te bevroeden dat de huidige Corona-crisis wel eens de bijl aan de wortel zou kunnen zijn van internationale stromen van goederen en personen waarvan de Nederlandse logistiek (en de hele Nederlandse economie) zo heeft geprofiteerd. Opeens zijn grenzen toch echt dicht en trekt iedereen zich terug in eigen land (of zelfs in eigen huis).

Nieuwe wegen

Tot op zeker hoogte is dat natuurlijk een tijdelijk ongemak; vroeg of laat zullen we toch weer uit de (gehele, gedeeltelijke of intelligente) lockdown komen en de dagelijkse business weer oppakken. Het is echter maar de vraag in welke mate we weer terug naar de ‘oude tijden’ zullen gaan. Onder het motto ‘never waste a good crisis’ is dit het moment om oude routines opnieuw te overwegen en om desgewenst nieuwe wegen in te slaan. Ook op het gebied van internationale supply chains zijn er tal van nieuwe richtingen mogelijk. Een mogelijkheid waar druk over gespeculeerd wordt is om een halt te roepen aan de steeds verdere globalisering van sterk versnipperde voortbrengingsketens.

Eigenbelang

Zoals wel vaker is president Donald Trump zeer uitgesproken hierover. In een interview met Fox News stelde hij: “These stupid supply chains that are all over the world — we have a supply chain where they’re made in all different parts of the world. And one little piece of the world goes bad and the whole thing is messed up.” Om daar natuurlijk vanuit zijn ‘America first’ adagium nog aan toe te voegen: “We should have them all in the United States.” De gedachte lijkt dus meer ingegeven door opzichtig eigenbelang dan door oprechte zorgen over de kwetsbaarheid van ketens. Maar die kwetsbaarheid is er natuurlijk wel degelijk. En we moeten dat probleem niet weglachen door de oplossing van Trump te ridiculiseren.

Soelaas

De local-for-local oplossing van Trump zal voor een aantal ketens overigens weldegelijk soelaas bieden. Naast de hoogstnodige medicijnen geldt dat ook in toenemende mate voor voedselketens en andere primaire levensbehoeften. De voordelen zijn evident: doordat ketens korter zijn heb je een beter overzicht over de keten heen. En daardoor kan je het aanbod beter op de vraag afstemmen en dus de kwaliteit en kwantiteit beter bewaken. Met name met voedsel wordt nog veel overbodig gesleept en bestaat er een enorme verspilling. Er is een toenemende vraag naar ‘eerlijke producten’. Een belangrijk bijkomend voordeel van deze ketens zijn de positieve ecologische en sociale duurzaamheidseffecten.

Hyper-efficiënt

Dat zijn allemaal belangrijke voordelen. Maar dat werkt natuurlijk niet voor alles en iedereen. De wijd verspreide internationale ketens zijn er natuurlijk niet voor niets, die zijn namelijk hyper-efficiënt. Een bekende economische wetmatigheid is dat als iedereen dat doet waar die echt goed in is en al het andere overlaat aan andere specialisten en als we de handel goed organiseren, iedereen daar beter van wordt. Daarom trekken bedrijven zich terug op hun core-business en besteden al het andere uit. En bevorderen landen hun eigen comparatief voordeel (denk aan de topsectoren) en is er voortdurend een streven naar vrijhandel (bijvoorbeeld in de Europese markt). In een dergelijke omgeving floreren globaliserende voortbrengingsketens.

Verstoringen

Efficiëntie is mooi, maar alleen als er een storingsvrije keten is. Helaas leven we in een tijd waarin verstoringen van allerlei aard meer de regel dan de uitzondering is. De Coronacrisis is natuurlijk een verstoring van de overtreffende trap. Maar de recente historie laat tal van andere kleine en grote issues zien. Het is dus de hoogste tijd om iets minder op efficiëntie en iets meer op veerkracht, robuustheid en wendbaarheid in te zetten. Zeker als duurzaamheid in een belangrijke strategische prioriteit is, zal dit in sommige gevallen inderdaad een de-globalisatie met zich mee brengen. Maar natuurlijk niet in de mate zoals Trump dat voorstel; dat is weer het andere uiterste. En dat zou natuurlijk veel te inefficiënt zijn.

Robuustheid

Als het niet volgens de methode Trump gaat dan zal robuustheid van ketens zal wel op andere manieren bewerkstelligd moeten worden. Daar zijn volgens de klassieke theorie drie mogelijkheden voor: voorraad, capaciteit en informatie. Met een hogere voorraad kan je schokken in vraag en aanbod beter opvangen (denk aan het tekort aan mondkapjes). Met een overcapaciteit kan je altijd produceren als dat echt nodig is (denk bijvoorbeeld aan het tekort aan IC-bedden). De derde manier lijkt echter de manier voor de toekomst: meer transparantie door de hele keten heen door gekoppelde informatiesystemen en vooral de bereidheid om alle relevante gegevens met alle ketenpartners te delen. De Nationale Supply Chain Monitor 2019-2020 toonde aan dat met name op dat laatste gebied er nog veel te doen is. Wellicht wordt dat de methode om onze logistiek op wereldklasseniveau te houden en zo onze sector sterker door de crisis te loodsen?

Jack AA van der Veen

evofenedex leerstoel Supply Chain Management

Nyenrode Business Universiteit